Paragraaf lokale heffingen

1.1 Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - 1.1 Inleiding

Hieronder treft u een beknopte uiteenzetting aan van de omvang van het huidige pakket aan belastingen en van het beleid met betrekking tot de jaarlijks vast te stellen tarieven en de kwijtschelding van belastingen. Ook zijn de effecten van dat beleid vertaald in de woonlastenontwikkeling voor het jaar 2026 ten opzichte van 2025.

1.2 Overzicht belastingen en heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - 1.2 Overzicht belastingen en heffingen

Onroerendezaakbelastingen
De onroerendezaakbelastingen zijn de belangrijkste gemeentelijke belastingen waarvan de opbrengst tot de algemene middelen behoort en dus naar eigen inzicht kan worden besteed. De hoogte van de aanslagen is zowel afhankelijk van de waarde van een object, zoals die elk jaar wordt bepaald op basis van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ), als van de door de raad vastgestelde tarieven. Er wordt onderscheid gemaakt tussen tarieven voor eigenaren van woningen, eigenaren van niet-woningen en gebruikers van niet-woningen. 

Toeristenbelasting 
Met ingang van 1 januari 2021 is de toeristenbelasting ingevoerd. De toeristenbelasting is een algemene belasting en daarmee een algemeen dekkingsmiddel. De belasting is gebaseerd op de gedachte dat door personen die binnen de gemeentegrenzen verblijven en niet zijn ingeschreven in het BRP, maar wel gebruik maken van de (algemene) gemeentelijke voorzieningen, een bijdrage leveren aan deze algemene voorzieningen. De belasting moet dan ook worden gezien als een tegemoetkoming in de kosten van de gemeente voor de instandhouding van die voorzieningen. De belasting wordt verschuldigd voor het houden van verblijf met overnachting tegen vergoeding en wordt geheven van degene die verblijf biedt. Deze is dan op grond van regelgeving bevoegd de belasting te verhalen op de persoon of personen die verblijf houden.

Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing is een zogenaamde bestemmingsheffing. De opbrengst vloeit niet naar de algemene middelen, maar dient ter dekking van de kosten van afvalinzameling en –verwerking van huishoudelijke afvalstoffen. Het uitgangspunt is dat deze kosten inclusief de kosten van kwijtschelding volledig worden gedekt uit de opbrengst van de afvalstoffenheffing (100% kostendekking). In de tariefstelling wordt onderscheid gemaakt tussen een- en meerpersoonshuishoudens. Hiermee wordt invulling gegeven aan het principe “de vervuiler betaalt.”

Rioolheffing
De kosten voor het beheren en in stand houden van het rioolstelsel worden door middel van de rioolheffing verhaald op de gebruikers van woningen en niet-woningen die op dat stelsel zijn aangesloten. De gemeente heeft naast de zorgplicht voor gemeentelijk afval- en hemelwater ook de zorgplicht voor grondwater. De opbrengst van de rioolheffing, met als uitgangspunt 100% kostendekking (inclusief kosten van kwijtschelding) wordt gebruikt om de voorzieningen, die dienen voor de uitvoering van genoemde zorgplicht, te bekostigen. 

Leges
Vanaf 1 januari 2024 is de Omgevingswet ingegaan. De Omgevingswet regelt alles voor de ruimte waarin we wonen en werken. Deze wet bundelt en maakt regels eenvoudiger. Met behulp van 1 digitaal loket wordt het makkelijker om ruimtelijke projecten te starten. Dit heeft impact op de legesplichtige activiteiten. 

Voor elk van de belastingverordeningen waarbij sprake is van kostenverhaal, zoals de hiervoor aangehaalde verordeningen afvalstoffen- en rioolheffing, moet inzichtelijk worden gemaakt, dat de totale geraamde baten van de verordening niet uitgaan boven de totale lasten van de verordening. 
Deze opbrengstnorm ziet op de verordening in haar totaliteit, maar anders dan in bijvoorbeeld de Verordening rioolheffing of afvalstoffenheffing worden in de Legesverordening heel veel verschillende diensten van een tarief voorzien. Voorbeelden zijn paspoorten, rijbewijzen, huwelijksvoltrekkingen, omgevingsvergunningen, evenementenvergunningen en drank- en horecavergunningen. 

De diensten waarvoor leges worden geheven, zijn in de Legesverordening op samenhang geclusterd.
• Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening; 
• Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet; 
• Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2

Onder hoofdstuk 1 vallen met name de legestarieven voor diensten van Burgerzaken (paspoorten, rijbewijzen en huwelijksvoltrekkingen). 
Onder hoofdstuk 2 vallen de legestarieven voor diensten die verleend worden in het kader van de Omgevingswet. 
Onder hoofdstuk 3 vallen de legestarieven voor diensten die uitsluitend verleend worden aan ondernemers zoals de vergunningen in het kader van de Alcoholwet, de evenementenvergunning en de vergunning voor seksbedrijven. 

Kruissubsidiëring
Binnen hoofdstuk 1 is kruissubsidiëring toegestaan. Zo mag bijvoorbeeld het tarief voor huwelijksvoltrekkingen meer dan kostendekkend worden vastgesteld ter compensatie van een niet kostendekkend tarief voor paspoorten. Ook binnen hoofdstuk 2 is kruissubsidiëring toegestaan en ook tussen hoofdstuk 1 en 2. Niet kostendekkende tarieven voor de diensten die vallen onder hoofdstuk 1 mogen dus gecompenseerd worden door meer dan kostendekkende tarieven voor de omgevingsvergunning uit hoofdstuk 2. Op grond van de Europese Dienstenrichtlijn is binnen hoofdstuk 3 kruissubsidiëring niet toegestaan. 

Kostendekking (ANG-model)
Met ingang van het jaar 2021 is besloten om voor hoofdstuk 1 tot en met 2 van de legesverordening de tarieven op een zodanig niveau vast te stellen dat (al dan niet met gebruikmaking van kruissubsidiering) ernaar wordt gestreefd dat op termijn 100% van de lasten wordt verhaald. Dit wordt niet voor hoofdstuk 3 toegepast omdat de effecten daarvan te veel op maatschappelijke en economische weerstand stuitten. 
Uitgangspunt voor de berekening van de lasten is het zogenoemde ANG-model. Ook voor het jaar 2026 is dat model leidend voor de in aanmerking te nemen geraamde lasten per hoofdstuk. 

1.3 Tarieven en kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - 1.3 Tarieven en kwijtscheldingsbeleid

Tarieven
Inflatiepercentage 2,4%
De tarieven van de belastingen, heffingen en rechten worden verhoogd met de stijging van het HICP. 

100% kostendekking rioolheffing, afvalstoffenheffing en hoofdstukken 1 en 2 legesverordening
Voor de rioolheffing en afvalstoffenheffing en de hoofdstukken 1 en 2 van de legesverordening wordt in beginsel een kostendekking aangehouden van 100%. Dit leidt voor het begrotingsjaar tot gelijkblijvende tarieven voor de rioolheffing en een stijging in de afvalstoffenheffing.

De effecten van de inwerkingtreding van de Omgevingswet in 2024 zijn nog niet volledig bekend. Daarom is er voor gekozen om voor hoofdstuk 1 en 2 nog geen 100% kostendekkendheid toe te passen (uit voorzichtigheidsprincipe). Binnen hoofdstuk 1 is er voor gekozen om de maximale de wettelijke tarieven te gaan hanteren om naar 100% kostendekkendheid toe te werken.

Onroerend Zaakbelasting
De hoogte van de tarieven OZB is afhankelijk van de waardestijging  van het object en het inflatiepercentage. Uitgangspunt is dat de totale OZB inkomsten stijgen met de HICP. 

Toeristenbelasting
Het tarief voor belastingjaar 2026 zal naar aanleiding van  de aangenomen motie van 7 juli 2025 verhoogd worden.

Kwijtscheldingsbeleid
Met het hanteren van een kwijtscheldingsregeling geeft de gemeente een deel van zijn burgers de mogelijkheid om voor een lagere belastingaanslag in aanmerking te komen. De ruimte om een eigen gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid te voeren is beperkt. De criteria waaraan kwijtscheldingsverzoeken getoetst worden, zijn op rijksniveau vastgesteld. Wel mogen gemeenten zelf bepalen van welke belastingen zij kwijtschelding verlenen en welk deel van de belastingaanslag wordt kwijtgescholden.

De aanslagen onroerendezaakbelastingen, afvalstoffenheffing en rioolheffing komen in principe voor kwijtschelding in aanmerking. De gemeente Dantumadiel maakt gebruik van de ruimst mogelijke normen voor kwijtschelding, te weten de 100% bijstandsnorm en 100% AOW-norm. Dit geldt ook voor de vermogenstoets, waarbij ook de ruimst mogelijke extra vermogensvrijstelling gehanteerd wordt. 

Het bedrag aan te verlenen kwijtscheldingen is geraamd op € 188.375. De kosten van de kwijtschelding wordt op basis van de werkelijke kwijtscheldingen van afgelopen jaren voor 50% toegerekend aan de afvalstoffenheffing en voor 50% aan de rioolheffing.

1.4 Tarieven

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - 1.4 Tarieven

Het tarief van iedere lokale heffing wordt in het najaar door middel van een apart raadsvoorstel vastgesteld. Met inachtneming van hetgeen hiervoor is opgemerkt over de beleidskaders waarbinnen in algemeenheid beslissingen worden genomen over tariefontwikkelingen, zijn hierna de precieze effecten daarvan voor het jaar 2026 ten opzichte van 2025 weergegeven.

Tarieven 2026

Belasting soort Tarief 2025 Tarief 2026 Procentuele correctie
OZB-eigenaar woningen* 0,1395% 0,1288% -7,7%
OZB-eigenaar niet-woning ** 0,3076% 0,3103% 0,9%
OZB-gebruiker 0,2393% 0,2414% 0,9%
Toeristenbelasting € 1,00 € 1,50 50%
Leges div. div. div.
Afvalstoffenheffing      
Eenpersoonshuishouden € 209,22 € 247,22 18,2%
Meerpersoonshuishouden € 261,38 € 308,86 18,2%
Rioolheffing      
Woningen € 188,23 € 188,23 0%
Bedrijven € 229,15 € 229,15 0%
Verpleeg- en verzorgingshuizen € 271,95 € 271,95 0%
Garageboxen € 20,34 € 20,34 0%
  • De gemiddelde WOZ-waarde van de woningen bedroeg afgerond € 290.000 in 2025 (taxatiedatum 1 januari 2024). Op basis van cijfers van het CBS verwachten wij voor het jaar 2026 (taxatiedatum 1 januari 2025) een stijging van de waarde met 10,56% tot een gemiddelde WOZ-waarde voor de woningen van afgerond € 320.000. 
  • Voor niet-woningen verwachten wij voor het jaar 2026 een stijging van 1,5% van de WOZ-waarde. 

1.5 Belastingopbrengsten

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - 1.5 Belastingopbrengsten

Onderstaande tabel geeft een beeld van de voor het jaar 2026 begrote opbrengsten voor de belastingen, rechten en heffingen.

Opbrengsten belastingen (bedragen x 1.000 euro)

Belasting soort Begroting 2025 Begroting 2026 Verschil
OZB-eigenaar woningen  3.606 3.717 102
OZB-eigenaar niet-woning 777 841 64
OZB-gebruiker 469 519 50
Toeristenbelasting 48 72 24
Afvalstoffenheffing 1.982 2.339 357
Rioolheffing 1.554 1.570 16
Leges 569 1.016 447
Totaal 9.005 10.074 1.069

1.6 Kostendekking afvalstoffenheffing, rioolheffing, en leges

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - 1.6 Kostendekking afvalstoffenheffing, rioolheffing, en leges

De geraamde opbrengsten van de afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges mogen niet uitgaan boven de geraamde lasten ter zake. Dit betekent dat de tarieven van de afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges maximaal kostendekkend mogen zijn. Een overzicht van de geraamde lasten en opbrengsten die als basis gelden voor het tarief 2026 zijn hierna opgenomen.

Afvalstoffenheffing (bedragen x 1.000 euro)

Overzicht kostendekking afvalstoffen Taakveld Begroting 2026
LASTEN:    
Exploitatiekosten afvalstoffen 7.3 Afval 2.039
Straatreiniging 7.3 Afval 55
Heffings- en inningskosten 7.3 Afval 3
Overhead 0.4 Overhead 22
Compensabele BTW n.v.t. 349
Kwijtscheldingen 6.3 Inkomensregelingen 94
Kapitaallasten 7.3 Afval 45
Totale lasten   2.607
     
BATEN:    
Baten afvalstoffenheffing 7.3 Afval 2.339
Onttrekking uit voorziening afvalstoffen 7.3 Afval 0
Vergoeding verpakkingen/matrassen/prullenbakken 7.3 Afval 94
Overige baten 7.3 Afval 174
Totale baten   2.607
     
Dekkingspercentage   100%

 

Rioolheffing (bedragen x 1.000 euro)

Overzicht kostendekking riolering Taakveld Begroting 2026
LASTEN:    
Exploitatielasten riolering 7.2. Riolering 1.112
Straatreiniging 7.2. Riolering 55
Heffingen en inningskosten 7.2. Riolering 3
Overhead 0.4 Overhead 346
Compensabele BTW n.v.t. 182
Kwijtscheldingen  6.3 Inkomensregelingen 94
Kapitaallasten 7.2. Riolering 284
Totale lasten   2.076
     
BATEN:    
Baten riolering 7.2. Riolering 1.570
Onttrekking uit voorziening riolering 7.2. Riolering 485
Overige baten 7.2. Riolering 21
Totale baten   2.076
     
Dekkingspercentage   100%

Leges
Voor een begroting (raming) van lasten en opbrengsten wordt voor de leges aangesloten bij het zogenoemde ANG-model. Op basis van de te verwachten aantallen (aangeleverd door de betreffende vakafdelingen) zijn de kosten en opbrengsten begroot. Bij de voorlopige aanname zijn de uitgangspunten van de opbrengsten van de eerste berekeningen aangehouden. De leges worden nader gespecificeerd bij het aanbieden van de nieuwe legesverordening aan de raad.

Kort samengevat ziet het beeld voor de leges er als volgt uit:

(bedragen x € 1.000) Begrote opbrengsten 2026 Toegerekende kosten Kostendekking
Hoofdstuk 1 Algemene Dienstverlening 420 506 83%
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet 584 882 66%
Totaal Hoofdstuk 1 en 2 1.004 1.388 72%
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder  dienstenrichtlijnen 12 39 30%
Totaal Legesverordening 1.016 1.427 71%

1.7 Woonlastenontwikkeling een- en meerpersoonshuishoudens

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - 1.7 Woonlastenontwikkeling een- en meerpersoonshuishoudens

Voor een beeld over de ontwikkeling van de woonlasten wordt in de regel onderscheid gemaakt tussen eigenaar-bewoners en huurders en daarbinnen weer tussen een- en meerpersoonshuishoudens. Voor beide groepen geldt, dat de woonlasten in ieder geval een resultante zijn van tariefontwikkelingen van de afvalstoffenheffing en rioolheffing. Voor de eigenaar-bewoner wordt dat aangevuld met de tariefontwikkeling voor de onroerendezaakbelastingen. 

Woonlasten eigenaar-bewoner

Gemiddelde woonlasten eigenaar-bewoner Eenpersoonshuishoudens Meerpersoonshuishoudens
  2026 2026
Onroerendezaakbelastingen eigenaar 1) € 412,16 € 412,16
Afvalstoffenheffing € 247,22 € 308,86
Rioolheffing € 188,23 € 188,23
Totaal € 847,61 € 909,25
     
  2025 2025
Totaal € 802,00 € 854,16
     
Ontwikkeling lokale lastendruk 2025-2026 +5,69% +6,45%

1)  Voor het jaar 2026 is een gemiddelde WOZ-woningwaarde aangehouden van € 320.000 (inclusief 10,56% verwachte waardestijging). Voor het jaar 2025 is rekening gehouden met een WOZ-woningwaarde van €290.000.

Woonlasten huurder

Gemiddelde woonlasten huurder Eenpersoonshuishoudens Meerpersoonshuishoudens
  2026 2026
Afvalstoffenheffing € 247,22 € 308,86
Rioolheffing € 188,23 € 188,23
Totaal € 435,45 € 497,09
     
  2025 2025
Totaal € 397,45 € 449,61
     
Ontwikkeling lokale lastendruk 2024-2025 +9,56% +10,56%

1.8 Vergelijking woonlasten op basis van Atlas van de lokale belastingen

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - 1.8 Vergelijking woonlasten op basis van Atlas van de lokale belastingen

Elk jaar publiceert het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo), een onafhankelijk onderzoeksinstituut verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, de zogenoemde Atlas van de lokale belastingen. Dat Atlas geeft jaarlijks een overzicht van de heffingen van gemeenten, provincies en waterschappen, waaraan wij voor het jaar 2025 de onderstaande tabellen hebben ontleend. Omdat de OZB tarieven ten tijde van het publiceren van de Atlas op lokale belastingen nog niet bekend waren, is hiervan een onderbouwde inschatting gemaakt. Die echter wel kan afwijken indien de Coelo mogelijkerwijs iets gewijzigde parameters heeft gehanteerd.

In die tabellen worden de gemiddelde woonlasten voor de eigenaar-bewoner en de huurder weergegeven, alsmede de provinciale en landelijke rangorde voor wat betreft de meerpersoonshuishoudens. In het verlengde daarvan hebben wij, zowel in relatieve als absolute zin, de afwijkingen ten opzichte van het Friese gemiddelde weergegeven. Let wel: het gaat hierbij om de cijfers 2025. De cijfers 2026 zijn uiteraard pas in de loop van volgend jaar beschikbaar. 

Woonlasten 2025 eigenaar – bewoner

Gemeente Eenpersoons Meerpersoons Rangorde provinciaal 
(meerpersoons)
Rangorde landelijk 
(meerpersoons)
Dantumadiel € 938 € 990 13 119
Gemiddelde in Friesland € 811 € 927    
Verhoudingen t.o.v. Fries gemiddelde        
In procenten 116% 107%    
In euro's € 127 € 63    

De provinciale rangorde is in 2025 ten opzichte van 2024 verbeterd. De gemeente is gestegen van plaats 15 naar plaats 13. Nummer 1 heeft de laagste woonlasten (Ameland) en nummer 18 de hoogste (Schiermonnikoog).

 

Woonlasten 2025 huurder

Gemeente Eenpersoons Meerpersoons Rangorde provinciaal 
(meerpersoons)
Rangorde landelijk 
(meerpersoons)
Dantumadiel € 397 € 450 7 142
Gemiddelde in Friesland € 350 € 470    
Verhoudingen t.o.v. Fries gemiddelde        
In procenten 113% 96%    
In euro's € 47 € -20    

Voor de huurder met een meerpersoonshuishouden geldt, dat de provinciale positie in 2025 verbeterd is ten opzichte van 2024. Van plek 9 naar 7. Nummer 1 heeft de laagste woonlasten (Weststellingwerf) en nummer 18 de hoogste (Waadhoeke).