Inleiding

0.1 Uitgangspunten bij de begroting

Terug naar navigatie - 0.1 Uitgangspunten bij de begroting

Uitgangspunt voor het opstellen van de begroting 2025-2028 is de Perspectiefnota. Na vaststelling van de perspectiefnota op 9 juli 2024 zijn er nog diverse mutaties geweest welke van invloed zijn op het begrotingssaldo. 

De provincie heeft als toezichthouder een wettelijke plicht om gemeentelijke begrotingen te toetsen op structureel en reëel evenwicht. De toetst vindt eerst plaats op het begrotingsjaar en indien deze niet in evenwicht is, moet aangetoond worden dat het evenwicht uiterlijk in de laatste jaarschijf van de meerjarenraming wordt hersteld. Hierbij mag geen sprake zijn van een opschuivend meerjarenperspectief waarbij in de opvolgende begrotingen alleen de laatste jaarschijf sluit. Het is dus belangrijk om het begrotingsjaar structureel in evenwicht te hebben en houden.

Voor het financieel beleid wordt als uitgangspunt genomen dat er ruimte voor nieuw beleid aanwezig is als er een structureel en reëel sluitende begroting is waarbij ook het eerste jaarschijf sluit. Het andere uitgangspunt is dat de algemene reserve van voldoende niveau is.

Algemene financiële uitgangspunten
De algemene technische uitgangspunten bij het opstellen van de begroting 2025 zijn: 
-    De raming van lasten en baten van bestaand beleid vindt plaats op basis van analyses en niet uitsluitend op basis van inflatie indexering.
-    De meicirculaire van het gemeentefonds wordt structureel verwerkt. De september- en december circulaire worden incidenteel voor het lopende jaar en het jaar T+1 verwerkt.
-    De raming van gemeentelijke bijdragen aan externe instanties vindt plaats op basis van ervaringscijfers en recente ontwikkelingen. 
-    Voor de meerjarenbegroting wordt geraamd op basis van constante prijzen. 
-    Structurele lasten worden gedekt door structurele baten en incidentele baten zijn dekkingsmiddel voor incidentele lasten.
-    De algemene reserves en de weerstandscapaciteit voldoen aan normen die zijn gebaseerd op een risicoanalyse opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. 
-    De financierings- en schuldpositie en het kasstroomsaldo voldoen aan de normen van de Economische Monetaire Unie (EMU) en de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF). 
-    In de begroting wordt ruimte gelaten voor onderhoud van kapitaalgoederen conform de door de raad vastgelegde kwaliteitsniveaus. 
-    Vrijvallende kapitaallasten van vervangingsinvesteringen met betrekking tot de bedrijfsvoering blijven beschikbaar voor noodzakelijke vervangingen in de bedrijfsvoering.

Technische begrotingsparameters
Bij het opstellen van de begroting wordt uitgegaan van de volgende parameters:

Begrotingsparameter Aan te houden waarde

Prijseffect bij interne budgetten 
(m.b.t. de leveringen binnen de gemeente)

Geen vaste aanpassingen, maximaal volgens de prognose van de HCPI (geharmoniseerde consumentenprijsindex) 2024 van het Centraal Planbureau (CPB) in het Centraal Economisch Plan (CEP) gepresenteerd in de meicirculaire 2024: 2,2%.  
Prijseffect bij externe budgetten
(uitgaven)
Geen vaste indexering, eveneens maximaal volgens CPB-prognose van de HCPI 2024: 2,2%. 
Rente %
(voor interne verrekeningen: kosten kort geld, rekenrente reserves, kapitaallasten)
Uitgegaan wordt van het volgens BBV-bepalingen berekende omslagpercentage. Voor de berekening van nieuwe kapitaallasten is in afwijking hierop gerekend met het werkelijke rentepercentage April 2024: 3,4%
Cao-loonstijgingspercentage
(betreft stijging bovenop periodieke loonstijging) 
Loonvoet sector overheid op basis van CBP CEP gepresenteerd in de meicirculaire 2024: 4,4%.

Uitgangspunten tariefbeleid
In het hiernavolgende schema zijn de uitgangspunten voor de componenten van het tariefbeleid opgenomen.

(Belasting)tarieven Uitgangspunten
Onroerendezaakbelasting (OZB) Voor de OZB wordt het volgende uitgangspunt gehanteerd:  Het tarief voor de OZB eigenaren is verlaagd  met 1,14% uitgaande van een waardestijging van 3,75% . De resultaten van de hertaxatie van OZB niet woningen is nog niet bekend. Het tarief is (voorlopig) verhoogd met 3,3% in afwachting van deze resultaten. 
Afvalstoffenheffing 100% kostendekkend, inclusief de component BTW–compensatie. 
Rioolrechten 100% kostendekkend, inclusief de component BTW–compensatie. 
Leges Verhoging tarieven afhankelijk van kostenniveau, berekend op basis van het model opgesteld door de Adviesgroep Nederlandse Gemeenten (ANG-model).

Tarieven sportaccommodaties   
(binnen– en buitensport)

Gelijkblijvende tarieven ten opzichte van 2024.

Van deze algemene uitgangspunten kan met betrekking tot de OZB-tarieven worden afgeweken op basis van een politieke afweging tussen bezuinigingen op uitgaven voor de burger versus tariefverhogingen voor de burger.

Uitgangspunten beleidsindicatoren
De uniforme set van beleidsindicatoren is voorgeschreven door het BBV. Hierin is aan de gemeenten opgelegd gebruik te maken van een basis set van beleidsindicatoren voor de begroting en de verantwoordingsstukken. Het doel hiervan is om de resultaten van beleidsmatige inspanningen van gemeenten beter inzichtelijk te maken en te kunnen vergelijken met het landelijke gemiddelde. 

De set van beleidsindicatoren is ondergebracht bij het betreffende programma binnen de begroting. Een klein aantal beleidsindicatoren welke betrekking hebben op de eigen organisatie worden door de gemeenten zelf ingevuld. Voor de overige beleidsindicatoren dient gebruikt te worden gemaakt van de website www.waarstaatjegemeente.nl. Ook de definities van de diverse beleidsindicatoren worden op deze website nader toegelicht. Voor wat betreft de actualiteit van de maatstaven kunnen grote verschillen bestaan. Het jaar waarover wordt gerapporteerd staat bij de betreffende indicator vermeld. 

0.2 Meerjaren begroting

Terug naar navigatie - 0.2 Meerjaren begroting

In de onderstaande tabel ziet u de meerjarige begrotingssaldi zoals deze in de begroting 2025 zijn opgenomen.

Bedragen x €1.000
Omschrijving Jaarrekening 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Raming 2026 Raming 2027 Raming 2028
Baten 72.801 71.668 72.490 66.986 66.362 66.789
Lasten -72.547 -76.493 -72.160 -67.981 -66.453 -66.138
Saldo baten en lasten 255 -4.825 330 -995 -91 650
Onttrekkingen 4.459 8.644 2.583 1.977 755 337
Stortingen -817 -911 -418 -418 -418 -418
Saldo onttrekkingen en stortingen 3.642 7.733 2.165 1.559 337 -81

0.3 Van perspectiefnota naar begroting

Terug naar navigatie - 0.3 Van perspectiefnota naar begroting

Verschillenverklaring
Ten opzichte van de perspectiefnota wijkt de begroting op een aantal onderdelen af. In onderstaande tabel worden de wijzigingen weergegeven.

Omschrijving Begroting Raming Raming Raming
(bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Resultaat PPN 2.709 741 876 1.295
Begroting 2025 2.495 564 246 569
Verschil -214 -177 -630 -726
Verklaring verschil
Mutaties begroting 2025
Jeugdzorg indexatie 2025 -210 -210 -210 -210
Inhaalslag achterstallig onderhoud Openbare Werken -161
Professioneel welzijnswerk -150 -150 -150 -150
FUMO en Veiligheidsregio -105 -105 -105 -105
Subsidie Jongerenproject De Westereen -52 -52 -52 -52
Verschillen < € 50.000 122 101 52 55
Riolering 152 212 249
Mutaties 2e turap 2024
Verhoging tarieven Huishoudelijke Hulp 2024 -446 -446 -446 -446
Jeugdzorg indexatie 2024 -90 -90 -90 -90
Correctie SISA regeling GALA -89 -89 -89 -89
Verschillen < € 50.000 -55 -55 -55 -55
Actualisatie planningen investeringen 1.022 767 303 167
Verklaard verschil -214 -177 -630 -726

Beknopte verschillenverklaring begroting 2025 t.o.v. perspectiefnota 2025-2028
Het financieel perspectief is minder positief door onder andere oplopende kosten jeugdzorg van € 300.000 structureel, verhoging van de tarieven huishoudelijke hulp van zorgaanbieders van € 446.000 structureel en professionalisering welzijnswerk van € 150.000 structureel. Per saldo € 896.000 aan structurele tegenvallers. Dit wordt deels gecompenseerd door vrijval van afschrijvingslasten omdat de planning van onze investeringen is geactualiseerd. Dit levert voordelen op van € 1.022.000 in 2025, € 767.000 in 2026, € 303.000 in 2027 en € 167.000 in 2028.  Eenmalige investeringen achterstallig onderhoud openbare werken in 2025 van € 161.000 en geringe mee- en tegenvallers in de periode 2025 t/m 2028 verklaren de overige verschillen.  

Uitgebreide verschillenverklaring begroting t.o.v. perspectiefnota 2025-2028

Mutaties begroting 2025
Jeugdzorg indexatie 2025
De VNG adviseert gemeenten om de kosten voor de Jeugdzorg in 2025 te indexeren met een percentage van 3,94%.  Er is geen landelijke indexering voor de Jeugdwet daarom hanteert de VNG een percentage die voor 90% is gebaseerd op indexering de Overheidsbijdrage arbeidsontwikkeling (OVA) en voor 10% op de Prijs particuliere consumptie (PCC). In de Perspectiefnota 2025-2028 is nog geen indexering meegenomen voor de kosten Jeugdzorg. 

Inhaalslag achterstallig onderhoud Openbare Werken
Herstellen van de grasbetonkeien langs wegen - € 30.000 in 2025
Langs diverse wegen in de gemeente zijn klachten binnengekomen over verzakkingen van grasbetonkeien in de wegbermen. Zorgt voor schade aan wielen van auto’s en levert onveilige situaties op voor fietsers. Voor dit type onderhoud is geen budget gereserveerd in reguliere beheerplannen. Gaat nu om een incidentele inhaalslag qua onderhoud, in toekomstige beheerplannen zullen we structureel jaarlijks budget hiervoor reserveren.

Inhaalslag wegwerken achterstallig onderhoud aan monumentale bomen op particuliere grond - € 80.550 in 2025
In de afgelopen jaren is achterstand ontstaan in het onderhoud aan de monumentale bomen vanwege een reactieve aanpak van dit onderhoud. Met deze inhaalslag brengen we het onderhoud weer terugbrengen tot een beheersbaar niveau. Met deze inhaalslag ontstaat qua boomveiligheid weer een veilige staat van onderhoud, die in de toekomst weer planmatig uitgevoerd kan in de reguliere beheercyclus. Deze bomen staan voornamelijk op particuliere eigendommen. Het uitvoeren van dit onderhoud is in het verleden een keuze geweest van de gemeenteraad. Na een grote inhaalslag kan met het vastgestelde jaarlijkse budget het onderhoud weer worden uitgevoerd.

Schoonmaken en schilderen van wegmeubilair - € 50.000 in 2025
Er is een achterstand ontstaan in de onderhoudstoestand van het wegmeubilair. Graag zou het college een grote inhaalslag willen uitvoeren, zodat deze objecten er weer fris en netjes voor komen te staan. Dit betreft onder meer verkeersborden, lantaarnpalen, schrikhekken, zitbankjes, prullenbakken, etc. Een grote schoonmaakactie, gecombineerd met schilderwerkzaamheden, leidt tot een veel verzorgdere uitstraling van het geheel. In het verleden is hier geen geld voor gereserveerd, waardoor dergelijke werkzaamheden altijd achterwege zijn gebleven. 

Professioneel welzijnswerk is te laag geraamd i.v.m. professionaliseringsslag
Al jaren is er een goede relatie tussen de stichting Het Bolwerk en de gemeente Dantumadiel. Ook wanneer er forse bezuinigingen nodig waren is dit altijd samen opgelost. In 2023 is een transitie voor de stichting het Bolwerk ingezet. Dit houdt in dat er een professionaliseringsslag gemaakt wordt door een nieuwe structuur te introduceren en door bijv. per kwartaal verantwoording afleggen bij de gemeenten via het nieuwe uur registratiesysteem. Hiermee kan er tussendoor bijgestuurd worden welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben. Deze professionalisering houdt ook in dat het uurloon van stichting het Bolwerk is aangepast naar een uurloon wat bij een professionele welzijnsorganisatie past. In 2023 en 2024 zijn eenmalige budgetten gebruikt voor deze professionaliseringsslag. 

FUMO en Veiligheidsregio
Er zijn nog bijstellingen doorgevoerd in de financiële bijdragen van onze gemeente aan verbonden partijen. Dit betreffen De FUMO en de Veiligheidsregio. Deze waren bij de perspectiefnota 2025-2028 nog niet volledig verantwoord. Ook is het aanvullend pakket jeugd gezondheidszorg die we afnemen van de Veiligheidsregio nu verwerkt in de begroting. 

Subsidie Jongerenproject De Westereen 
De raad heeft op 2 juli 2024 besloten om een bedrag van structureel € 52.000 beschikbaar te stellen voor het Jongerenproject De Westereen. In 2024 wordt dit gedekt uit de algemene reserve, maar voor de latere jaren is dit abusievelijk niet meegenomen in de perspectiefnota. Deze is al vastgesteld en daarom is het besluit over het jongerenproject verwerkt in een aparte begrotingswijziging (nummer 18), zowel voor het deel van 2024 dat onttrokken moet worden aan de algemene reserve als het deel vanaf 2025 dat ten laste komt van het rekeningresultaat.

Riolering
Het tarief voor de rioolheffing en de onttrekkingen uit de voorziening baseren we op het vastgestelde GRP (Gemeentelijk Rioleringsplan). Het tarief blijft ongewijzigd ten opzichte van de begroting 2024. In de Perspectiefnota was geen rekening gehouden met de bijstellingen op de riolering. Dit heeft betrekking op areaaluitbreiding, verschuiving investeringen, doorbelasting tractiemiddelen en personeelskosten en indexering van exploitatielasten.

Mutaties 2e turap 2024
In de tweede turap 2024 zijn een aantal structurele wijzigingen opgenomen die doorwerken in het financieel perspectief van de programmabegroting 2025. Hieronder een toelichting op de grootste afwijkingen. 

Verhoging tarieven Huishoudelijke Hulp 2024
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het betalen van reële tarieven aan zorgaanbieders. Dit vloeit voort uit de AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur) van 2017. De kosten hiervoor worden elk jaar geïndexeerd. Hierin houdt de gemeente rekening met het advies van de VNG. Ook dit jaar heeft er een indexatie plaatsgevonden. Deze blijkt echter niet voldoende gezien de huidige ontwikkelingen. Zorgaanbieders ervaren dat het tarief niet aansluit bij de realiteit en raakt het hun op verschillende vlakken. Het heeft directe gevolgen voor de kwaliteit van de te leveren hulp. Zorgaanbieders hebben meerdere malen hun zorgen bij ons geuit over het tarief. Door sterker toegenomen loon- en prijsontwikkelingen geven zij aan dat het tarief niet meer kostendekkend is, waarbij de kwaliteit gewaarborgd kan blijven. Hierover zijn gesprekken gevoerd met elkaar, waarna er een nieuw voorstel is gekomen voor het uurtarief. Het tarief is per 1 januari 2024 verhoogd van € 32,40 per uur naar € 36,60 per uur.  De raad is hierover schriftelijk geïnformeerd. 

Jeugdzorg indexatie 2024
In de primitieve begroting 2024 is geen indexering meegenomen voor de kosten Jeugdwet. De VNG schat in dat de kosten Jeugdwet 5,71% zullen stijgen in 2024. Vooralsnog koersen we in Dantumadiel af op een lagere kostenstijging van +/- € 90.000 (+1,7%). De oorzaak van de lagere kostenstijging is lastig te verklaren door de invoering van nieuwe jeugdzorgproducten, een vergelijking met voorgaande jaren wordt daardoor bemoeilijkt.

Correctie SISA regeling GALA 
In 2023 is voor GALA (Gezond en Actief Leven Akkoord) een negatieve uitgaaf geraamd van € 89.500, dat is bij deze turap gecorrigeerd.

Actualiseren planningen investeringen
De planning van onze investeringen in de periode 2025-2028 is geactualiseerd. Een aantal investeringen zijn doorgeschoven naar latere jaren. Dit heeft als gevolg dat ook de afschrijvingslasten van deze investeringen doorschuiven in het financieel meerjarenperspectief.

0.4 Structurele positie

Terug naar navigatie - 0.4 Structurele positie

De structurele positie van de gemeente zijn jaarlijks terugkerende baten en lasten die opgeteld tot een saldo leiden. Een plus-bedrag betekent een overschot een min-bedrag betekent een tekort. De tekorten moeten opgelost worden door jaarlijks terugkerende baten (inkomsten) te verhogen of door het verminderen van jaarlijks terugkerende lasten (uitgaven). Dat laatste betekent dat er bezuinigd wordt. 

Omschrijving Begroting Raming Raming Raming
(bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Resultaat 2.495 564 246 569
Saldo incidentele baten en lasten -161 0 0 0
Structureel resultaat 2.656 564 246 569

Het geraamde resultaat wordt gecorrigeerd met incidentele baten en lasten om zo een goed beeld te krijgen van het structurele exploitatiesaldo. Het te corrigeren bedrag bestaat uit de eenmalige investeringen inhaalslag achterstallig onderhoud Openbare Werken in 2025.

Het college verwacht dat een groot deel van de structurele financiële ruimte nodig zal zijn om in noodzakelijke investeringsprojecten te voorzien die vallen buiten de planperiode van 2025-2028. Een nadere uitwerking zal in 2024 en 2025 plaats vinden.

0.5 Ontwikkeling Algemene reserve

Terug naar navigatie - 0.5 Ontwikkeling Algemene reserve

Bij de eenmalige positie richten wij ons op de Algemene reserve. De Algemene reserve is onderdeel van het eigen vermogen van een gemeente. Dit eigen vermogen is het saldo van de bezittingen en de schulden op de gemeentelijke balans. De Algemene reserve is de buffer voor het opvangen van risico’s en tegenvallers. Bij de beoordeling van de eenmalige positie hanteert Dantumadiel het uitgangspunt dat de minimale omvang van de Algemene reserve op 1 januari 2024 minimaal de benodigde weerstandcapaciteit moet bevatten. Op basis van de vastgestelde nota risicomanagement en weerstandsvermogen moet de algemene reserve minimaal € 10 miljoen bedragen.  De algemene reserve voldoet aan het einde van de jaarschijven aan het gestelde criterium. 

Met betrekking tot de eenmalige positie is in onderstaande tabel de stand van de Algemene reserve van Dantumadiel per 1 januari 2024 als uitgangssituatie genomen. Hierbij is rekening gehouden met de doorlopende verplichtingen en met onttrekkingen en toevoegingen in 2024. De geraamde toevoegingen en onttrekkingen (meerjarig) zijn op dit saldo gemuteerd, zodat er een saldo op basis van rechten en verplichtingen ontstaat. In de bijlagen is een uitsplitsing gemaakt van de vermeerderingen en verminderingen in de Algemene reserve.

De verwachte stand van de algemene reserve eind 2028 is afgerond € 0,3 miljoen lager dan de verwachting in de perspectiefnota. Het verschil is grotendeels een gevolg van de mutaties in de rekeningresultaten 2024 t/m 2028 ten opzichte van de perspectiefnota en overige mutaties. 

Omschrijving Begroting Begroting Raming Raming Raming
(bedragen x € 1.000) 2024 2025 2026 2027 2028
Stand Algemene reserve 1 januari 12.828 9.215 10.035 11.056 11.368
Vermeerderingen 4.381 3.074 2.661 730 412
Verminderingen -7.993 -2.253 -1.640 -418 0
Stand Algemene reserve 31 december 9.215 10.035 11.056 11.368 11.779
Onbestemd rekeningresultaat 2.908 2.495 564 246 569