Grondslagen voor waardering en resultaatsbepaling

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Onderstaande samenvatting van de grondslagen, waarop de financiële verslaggeving is gebaseerd, is bedoeld als leidraad voor een juiste interpretatie van de financiële overzichten. Bij het opstellen van de jaarrekening is rekening gehouden met de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten daarvoor geeft.

Algemeen
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, zijn de activa, passiva, baten en lasten opgenomen tegen nominale waarden. 

De baten en lasten zijn toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten zijn slechts opgenomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar zijn in acht genomen, indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend waren.

Dividendopbrengsten van deelnemingen zijn als bate genomen in het jaar waarop de dividenduitkering is vastgesteld.

Continuïteitsveronderstelling
De jaarrekening is opgesteld op basis van de continuïteitsveronderstelling. De continuïteit van gemeenten is op grond van artikel 12 van de financiële verhoudingswet wettelijk verankerd. Om die reden is de continuïteit van gemeente Dantumadiel in voldoende mate gewaarborgd. Tevens zijn in de begroting of andere besluiten geen stellige voornemens om majeure aanpassingen te doen in beleid, taken, activiteiten of locaties die mogelijk materiële effecten hebben op vermogen of resultaat.

Balans (activa)

Terug naar navigatie - Balans (activa)

Vaste activa

Conform artikel 13 van de financiële verordening worden activa met een investeringsbedrag < € 10.000 niet geactiveerd, maar eenmalig ten laste van de exploitatie gebracht. Hierop uitgezonderd zijn gronden en terreinen en tractiemiddelen. Deze worden altijd geactiveerd. 

Immateriële vaste activa
Onder immateriële vaste activa wordt verstaan:
•    kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en disagio;
•    kosten van onderzoek en ontwikkeling;
•    bijdragen aan activa in eigendom van derden.

De waardering is gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met:
•    eventuele investeringsbijdragen;
•    eventuele beschikkingen over reserves;
•    lineaire- of annuïtaire afschrijvingen volgens een stelsel, dat is afgestemd op de te verwachten toekomstige gebruiksduur. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in maximaal vijf jaar afgeschreven. De afschrijvingstermijn van bijdragen aan activa in eigendom van derden zijn maximaal gelijk aan de gebruiksduur van het actief waarvoor de bijdrage is verstrekt, waarbij de gebruiksduur maximaal gelijk is aan de afschrijvingstermijn voor een soortgelijk activum conform de bijlage behorende bij artikel 13 van de financiële verordening.

Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden onderscheiden in activa met een maatschappelijk nut, economisch nut en economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. 
Onder materiële vaste activa wordt verstaan:
•    investeringen in gronden en terreinen;
•    woonruimten;
•    bedrijfsgebouwen;
•    grond-, weg- en waterbouwkundige werken;
•    vervoermiddelen;
•    machines, apparaten en installaties;
•    overige materiële vaste activa.

De waardering is gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met:
•    eventuele investeringsbijdragen;
•    eventuele beschikkingen over reserves (met uitzondering van activa met economisch nut);
•    lineaire- of annuïtaire afschrijvingen volgens een stelsel, dat is afgestemd op de te verwachten gebruiksduur;
•    een duurzame lagere waarde bij voornemen tot afstoten of bij leegstand.

Financiële vaste activa
Onder financiële vaste activa wordt verstaan:
•    leningen aan woningbouwcorporaties;
•    kapitaalverstrekking/leningen aan deelnemingen;
•    overige langlopende leningen.

De waardering van de leningen is gebaseerd op de verstrekking prijs, verminderd met de contractuele aflossingen en een eventuele afwaardering wegens oninbaarheid De waardering van de deelnemingen vindt volgens de geldende verslaggeving voorschriften plaats op basis van de verkrijgingsprijs verminderd met een eventuele afwaardering vanwege een lagere marktwaarde.

Afschrijvingsbeleid
Conform artikel 13 van de financiële verordening vindt er een lineaire afschrijving plaats vanaf het jaar volgend op het jaar waarin het actief in gebruik is genomen. Alleen goed gemotiveerd kan worden gekozen voor een annuïtaire afschrijvingsmethodiek. 

De afschrijvingstermijnen genoemd in de bijlage behorende bij de financiële verordening zijn:

Actief Maximaal
Gebouwen (excl. onderwijs)  
Gronden en terreinen 0
Gebouwen 40 jaar
   
Gebouwen overig  
Verbouwing 25 jaar
Renovatie Max. levensduur actief, maar < 25 jaar
Houten tijdelijke gebouwen 15 jaar
Bliksemafleiders 10 jaar
Energiebesparende maatregelen 15 jaar
   
Installaties en dergelijke  
Lichtinstallaties 30 jaar
Lichtdrukmachines, archiefsystemen 10 jaar
Telefooninstallaties en bekabeling data en telecomnet 8 jaar
   
Inventaris e.d.  
Bureaustoelen 10 jaar
Bureau’s, kasten, balie etc 15 jaar
Keuken- en kantoorapparatuur 15 jaar
Stemhokjes 5 jaar
   
Immateriële activa  
Kosten geldleningen en saldo (dis)agio Max. looptijd lening
Kosten onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief 5 jaar
   
Automatisering  
Systemen (software) 8 jaar
Apparatuur (hardware): servers, p.c.’s 7 jaar
Stemcomputers 10 jaar
   
Belastingen/ruimtelijke ordening  
Elektronische (basis)kaarten 10 jaar
   
Onderwijsvoorzieningen  
Bouw onderwijsgebouwen 40 jaar
Renovatie onderwijsgebouwen Max. levensduur actief, maar < 25 jaar
1e inrichting 40 jaar
Noodlokalen 15 jaar
Materiële instandhouding 10 jaar
   
Sportvoorzieningen  
Aanleg sportvelden en overige accommodaties 25 jaar
Inrichting en apparatuur sportaccommodaties 20 jaar
Gymnastiekmaterialen 15 jaar
   
Speelterreinen  
Aanleg/inrichting 25 jaar
Toestellen 15 jaar
   
Wegen, straten en pleinen  
Aanleg/reconstructie/herinrichting 25 jaar
Straatverlichting  
Masten 40 jaar
Armaturen 25 jaar
Mast en armatuur een geheel 25 jaar
Kunstwerken (bruggen, viaducten e.d.) 25 jaar
Parkeerautomaten en -meters 10 jaar
Straatmeubilair 15 jaar
Verkeerslichten / belijningmachines / geluidmeetapparatuur 10 jaar
   
Waterbeheer  
Aanleg vaarten / vijverpartijen 25 jaar
Haven- en sluiswerken 25 jaar
Beschoeiingen / overige voorzieningen 20 jaar
   
Parken, plantsoenen en tuinen  
Aanleg (inclusief beplanting) 25 jaar
   
Riolering  
Aanleg en vervanging riolering 40 jaar
   
* De termijnen in deze tabel gelden, tenzij de verwachte toekomstige gebruiksduur een andere levensduur noodzakelijk maakt. De afwijkende levensduur zal op basis een raadsbesluit worden vastgesteld.

Bovengenoemde opsomming is niet uitputtend. Voorts blijft het, conform de bijlage behorende bij artikel 9 van de financiële verordening, mogelijk om als de verwachte toekomstige gebruiksduur een andere levensduur noodzakelijk maakt, af te wijken van de genoemde afschrijvingstermijnen. 

Vlottende activa

Voorraden
Onder voorraden wordt verstaan:
•    onderhanden werk (BIE);

Gronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, vermeerderd met de kosten van het bouwrijp maken en verminderd met de gerealiseerde verkoopopbrengsten. Winstneming vindt plaats conform de wettelijk voorgeschreven “Percentage of completion” methode. Verliesvoorzieningen worden in mindering gebracht op de balanswaarde per 31 december.

Vorderingen, overlopende activa en liquide middelen
Onder vorderingen wordt verstaan, vorderingen op:
•    Rijks schatkist (schatkistbankieren);
•    andere publiekrechtelijke lichamen;
•    verstrekte kasgeldleningen;
•    rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen;
•    overige vorderingen.

De waardering is, onder aftrek van eventuele voorzieningen wegens oninbaarheid, op de nominale waarde gebaseerd.

Liquide middelen
Onder liquide middelen worden kas- en banksaldi verstaan.

Overlopende activa
Onder overlopende activa vallen de vooruitbetaalde en de nog te ontvangen bedragen per balansdatum.
Dit geldt ook voor de per de balansdatum nog te ontvangen bedragen van Europese en Nederlandse overheidslichamen, die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel.

Balans (passiva)

Terug naar navigatie - Balans (passiva)

Vaste passiva

Eigen vermogen
Het eigen vermogen wordt gevormd door het totaal van de algemene reserves, bestemmingsreserves en het resultaat na bestemming. Bestemmingsreserves zijn reserves, waaraan door de gemeenteraad een bepaalde bestemming is gegeven. De waardering daarvan geschiedt tegen nominale waarde.

Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd wegens:
•    verplichtingen en verliezen, waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar wel redelijkerwijs te schatten;
•    op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen, waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is;
•    kosten, die in een volgend jaar zullen worden gemaakt, maar  de oorsprong hebben in het begrotingsjaar of een eerder begrotingsjaar en de voorziening strekt tot kostenegalisatie;
•    teveel ontvangen bedragen van derden, welke in het betreffende boekjaar niet nodig waren ter dekking van de afval- en rioleringskosten, maar kunnen dienen om tegenvallers in de hiervoor genoemde kosten in de toekomst te kunnen opvangen;
•    van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. De waardering geschiedt tegen nominale waarde, c.q. het voorzienbare verlies  met uitzondering van de voorzieningen welke gewaardeerd zijn tegen contante waarde en bij welke rekening dient te worden gehouden met een jaarlijkse kostenstijging.

De waardering van een voorziening geschied in beginsel tegen de nominale waarde met uitzondering van de voorziening voor wachtgeld- en pensioenverplichtingen. Deze voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde. 

Langlopende schulden
Onder langlopende schulden wordt verstaan:
•    schulden wegens obligatieleningen;
•    schulden wegens onderhandse leningen;
•    schulden wegens door derden belegde reserves en waarborgsommen;
•    alles met een oorspronkelijke looptijd van één jaar of langer.

De waardering geschiedt tegen de nominale waarde.

Vlottende passiva

Kortlopende schulden
Onder kortlopende schulden wordt verstaan:
•    de schulden aan publiekrechtelijke lichamen;
•    kasgeldleningen;
•    banksaldi;
•    overige rekening-courantsaldi;
•    overige schulden;
•    alles met een oorspronkelijke looptijd korter dan één jaar.

De waardering geschiedt tegen de nominale waarde.

Voor de uitkeringen van de sociale dienst zijn geen vakantiegeldverplichtingen opgenomen. De uitkeringen moeten aansluiten bij de SiSa-verklaringen en die zijn op basis van het kasstelsel.

Overlopende passiva
Onder overlopende passiva vallen vooruit ontvangen baten, nog te betalen kosten en/of kapitaalinkomsten, die in het rekeningjaar zijn ontvangen en door middel van de balans worden doorgeschoven naar het volgende rekeningjaar, waarin zij worden verantwoord. Ook onder de overlopende passiva zijn opgenomen de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.

De waardering geschiedt tegen nominale waarde.

Baten en lasten

Terug naar navigatie - Baten en lasten

Stelsel van baten en lasten
Het gehanteerde stelsel van baten en lasten zorgt er mede voor dat die gelijknamige componenten ook in de jaarrekening worden opgenomen. Het maakt niet uit of zij tot inkomsten of uitgaven in dat jaar leiden of hebben geleid. Zij worden verantwoord tot hun brutobedrag. Verliezen worden verantwoord op het moment dat deze voorzienbaar zijn en bij winsten gebeurt dat nadat deze daadwerkelijk zijn gerealiseerd.

Alle baten en lasten worden ingedeeld naar programma’s, producten en categorieën.

  • programma’s zijn: door de gemeenteraad gekozen gegroepeerde indeling van gemeentelijke taken waarop  door de gemeente wordt bestuurd en gestuurd. Daartoe zijn voor elk programma doelstellingen geformuleerd;
  • producten zijn: zaken die de gemeente voortbrengt en die helpen de doelstellingen uit de programma’s te verwezenlijken. Elk product valt onder één van de programma’s;
  • categorieën zijn: groepen, waarin de baten en de lasten naar soorten zijn ingedeeld.

De verdeling van de baten en lasten van kostenplaatsen geschiedt op basis van de bij de begroting vastgestelde verdeelsleutels. Werkelijke tijdverantwoording vindt alleen plaats daar, waar werkzaamheden worden verricht voor grondexploitaties en werken voor derden. Voor het overige worden de uren verdeeld overeenkomstig de voor gecalculeerde uren in de begroting van het betreffende dienstjaar.

Ten aanzien van schattingen wordt in deze jaarrekening per post een oordeel gevormd over de omvang van de schatting. Waar nodig zijn de grondslagen voor deze schattingen afzonderlijk opgenomen in de toelichting op de balans.

De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaand jaar. 

Sociaal domein
De lasten van de jeugdzorg worden mede bepaald aan de hand van opgaven van die worden ontvangen van externe partijen met betrekking tot de voortgang van behandeltrajecten. De wijze waarop deze opgaven tot stand komen zijn door de gemeente niet altijd controleerbaar. Bovendien is van de zijde van de aanbieder sprake van een inschatting en is sprake van een nieuwe financieringssystematiek waarbij ervaringscijfers ontbreken. Inherent hieraan is dat de werkelijke uitkomst kan afwijken.

Algemene uitkeringen
In de algemene uitkeringen 2024 zijn meegenomen de nabetalingen en verrekeningen tot en met januari 2025.

Vennootschapsbelasting 
Voor een zeer groot aantal activiteiten van de gemeente Dantumadiel geldt dat niet wordt voldaan aan de ondernemingscriteria en dat deze niet belasting- en aangifteplichtig zijn voor de VPB. Er is ofwel sprake van het aanbieden van een “collectief goed” (geen deelname economische verkeer), “normaal vermogensbeheer” of van “structureel verlieslatende activiteiten”. 

De gemeente doet alleen aangifte voor haar belaste activiteiten in het kader van de verkoop afvalstromen en het grondbedrijf. De afvalstromen met een opbrengst worden belast op basis van landelijke afspraken met een winstopslag van 1% van de omzet, waarbij er geen kosten kunnen worden toegerekend. Alleen de afvalstromen waarbij de gemeente risicodragend is voor de verkoop van grondstoffen worden belast. 

Aanwezige verrekenbare verliezen worden buiten balanstelling toegelicht op basis van de laatst vastgesteld aangifte vennootschapsbelasting.

Apparaatskosten en overhead
Onder de apparaatskosten van de gemeente Dantumadiel worden de kosten voor personeel, tractie, ICT, projecten en overige apparaatskosten verstaan. Het grootste deel van de apparaatskosten (+/- 95%) wordt over de programma's/taakvelden verdeeld middels een verdeelsleutel. De verdeelsleutel is vastgesteld naar rato van het gebruik. Het resterende deel (+/- 5%) wordt rechtstreeks aan een programma/taakveld toegerekend, dit betreffen veelal projectkosten.

De kosten van leidinggevenden en enkel ondersteunende diensten, zoals financiën en personeelszaken, worden volledig toegerekend aan overhead. De overige apparaatskosten worden, enkele vaste toerekeningen uitgezonderd, in verhouding tot de begroting toegerekend aan de overige taakvelden. Op de overhead drukken verder de huisvestingskosten en kosten als voorlichting en communicatie, bezwaar en beroep en rechtskundig en deskundig advies.

Wet Normering Topinkomens (WNT)
Het doel van de WNT is het tegengaan van bovenmatige bezoldigingen en ontslagvergoedingen bij instellingen in de (semi)publieke sector. In de WNT worden bezoldigingen en ontslagvergoedingen van topfunctionarissen bij instellingen waarop de wet van toepassing is genormeerd en openbaar gemaakt. Het voor de gemeente Dantumadiel toepasselijke bezoldigingsmaximum is in 2024 € 233.000. De berekening van de bezoldiging is in overeenstemming met de wet en uitvoeringsregeling is opgenomen.

Waarderingsgrondslagen

Terug naar navigatie - Waarderingsgrondslagen

Algemene grondslagen voor de rechtmatigheidsverantwoording 
De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de financiële verordening en op basis van de kadernota rechtmatigheid 2024. Dat betekent dat:

  • De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten en balansmutaties;
  • De financiële rechtmatigheid waaronder het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik & oneigenlijk gebruik criterium omvat:
     - Voor het voorwaardencriterium bestaat de norm uit het normenkader zoals op 11 december 2023 door de gemeenteraad is vastgesteld;
     - Voor het begrotingscriterium geldt dat alle overschrijdingen van lasten en investeringskredieten onrechtmatig zijn, waarbij voor een aantal scenario’s in de financiële verordening is beschreven wanneer deze overschrijdingen acceptabel zijn. Voor over- en onderscheidingen van baten, onderschrijdingen van lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten geldt dat deze als onrechtmatig zijn aangemerkt indien ze niet tijdig aan de gemeenteraad zijn gemeld;
  • Ten aanzien van het M&O criterium is de nota M&O beleid van onze organisatie leidend bij het voorkomen en opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Omdat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid zijn eventuele gevallen van misbruik (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens) opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording;
  • De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de kadernota rechtmatigheid 2024 van de Commissie BBV alsmede onze eigen financiële verordening. Dit betekent dat:
    - Een verantwoordingsgrens van  1% van de totale lasten (inclusief dotaties aan de reserves) is gehanteerd waarboven cumulatieve fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen;
    - Een rapporteringstolerantie van 1% van de totale lasten (inclusief dotaties aan de reserves) is gehanteerd waarboven fouten en onduidelijkheden in de paragraaf bedrijfsvoering worden opgenomen.